Mijnen, blokkades, Death Road en pampas
Door: Job en Linda
Blijf op de hoogte en volg Job en Linda
22 Mei 2012 | Bolivia, La Paz
We besloten vanaf Uyuni de nachtbus richting Sucre te nemen. Het was onze eerste bus in Bolivia en dat hebben we geweten! De luxe cama bussen (veel beenruimte en een stoel die ver achteruit kan) en de verharde wegen zijn veranderd in een bus waarvan de stoelen niet naar achter kunnen en een zandweg met ontzettend veel kuilen. De buschauffeur was een muziekliefhebber en draaide dan ook tot 2 uur ’s nachts Boliviaanse muziek op vol volume. Daarnaast waren er in Potosi waarschijnlijk mijnwerkers in de bus gestapt die ook niet moe te krijgen waren en ook nog eens muziek af gingen spelen, lieten de twee Bolivianen die naast Job zaten er regelmatig eentje vliegen en stonk de dikke Boliviaanse vrouw die in het gangpad zat sowieso al een uur in de wind, waardoor slapen er helaas niet in zat. De bus kwam overigens al om half 4 ’s nachts in Sucre aan dus we besloten toch maar een hostel te nemen voor de rest van de nacht. De eerste dag in Sucre zijn we de stad gaan verkennen. De meeste koloniale gebouwen in Sucre zijn wit gekleurd, waardoor de stad ook wel de ‘witte stad’ genoemd wordt. Sucre is een rustige stad en we hebben eigenlijk niet veel meer gedaan dan in het park gezeten en cafeetjes bezocht. Er zijn enkele Nederlandse cafés te vinden die bitterballen, kroketten, Bossche bollen en broodjes gehaktbal met satésaus verkopen! Uiteraard konden we het niet laten om na bijna 3 maanden wat Nederlandse gerechten te nemen. ’s Avonds zijn we in een café de film ‘Devil’s Miner’ gaan kijken omdat deze film over de zilvermijnen in Potosi, een stadje in de buurt van Sucre, gaat. De film beschrijft het leven van een 15-jarige jongen die al 4 jaar in de mijnen werkt. Een waargebeurd verhaal dat behoorlijk heftig is! Downloaden! Door deze film zijn we aan het denken gezet om zelf ook de Cerro Rico mijn in Potosi te gaan bezoeken. In deze mijn wordt nog steeds zilver, lood en zink gewonnen.
De volgende dag hebben we de bus terug naar Potosi gepakt. Het bezoek aan Pososi heeft ons heel erg aangegrepen. Tijdens de busrit kwam er een enorme scheetlucht voorbij en achter ons hoorden we een Boliviaan zeggen dat de ‘gringo’ het waarschijnlijk was geweest (Job dus) en de rest van de Boliviaantjes lachten maar. Omdat de bus er 4,5 in plaats van 3 uur over deed, kwamen we te laat aan in Potosi voor de tour, maar we werden met een taxi nagebracht naar een huisje waar we ons aansloten bij de groep en we een nieuwe outfit kregen. Eerst gingen we naar een markt aan de voet van de berg waar we een fles frisdank en cocabladeren kochten, wat we later aan de mijnwerkers hebben geven. In de mijnen gebruiken ze dynamiet om bij de mineralen te komen en ook wij konden een staaf dynamiet op de markt kopen voor nog geen 2,50 euro. Voordat we naar de mijnen gingen moesten wij een paar druppels 96% alcohol op de grond druppelen en er daarna een slok van nemen omdat ons dit geluk zou brengen. Dit drinken de mijnwerkers vaak tijdens het werk. Vervolgens gingen we naar een verwerkingsfabriek voor de mineralen. Hier deelden we onze eerste flessen frisdrank en cocabladeren uit aan de mijnwerkers. Ook pakten we zelf wat cocabladeren voor de hoogte. Eenmaal bij de ingang van de mijn aangekomen vond Linda het nog steeds best wel spannend. Je gaat toch onder de grond en je weet dat er mensen aan het werk zijn. Je moet de hele tijd gebukt lopen, door smalle doorgangen, door klei, in het donker, het is er best wel benauwd en er hangt een geur die op je keel slaat. We hebben ook een aantal explosies gehoord en gevoeld. De werkomstandigheden van de mijnwerkers zijn werkelijk ongelofelijk. Vreselijk om te horen en nog erger om te zien. De stoffen die gebruikt worden zijn zo ongezond dat als iemand begint te werken in de mijn en er blijft werken, hij nog maximaal 15 jaar te leven heeft. Na een lange tijd werken in de mijnen krijgen de mijnwerkers rode ogen, tanden beginnen uit te vallen en mijnwerkers gaan bloed spugen, waarna ze uiteindelijk sterven aan een soort van longkanker. Helemaal verschrikkelijk om te bedenken dat er heel veel kinderen in de mijn werken. Vaak zijn het weeskinderen die voor zichzelf moeten zorgen of kinderen die hun vader hebben verloren en het geld binnen moeten halen. Het is erg zwaar werk en er gebeuren regelmatig ongelukken. In de mijnen hebben we een aantal mijnwerkers zien werken en met een aantal van hen hebben we gesproken. Het was erg om mijnwerkers te zien met rode ogen en enkelen die tanden misten. De meeste mijnwerkers hadden ook een grote bol cocabladeren in hun mond zodat ze meer energie hebben. De mijnwerkers zijn echter trots op hun baan. Op het einde stopten we bij een levensgroot beeld van de duivel. De mijnwerkers noemen hem de ‘Tio’. Ze geloven dat de ondergrondse gangen van de Duivel zijn en dat ze hem tevreden moeten houden omdat hij voor ongelukken zorgt. Ze brengen hem daarom offers: cocabladeren, sigaretten en alcohol. In totaal hebben we 2 uur lang in de mijn gelopen en zijn we 4 levels diep gegaan en we moeten eerlijk zeggen dat we blij waren om het daglicht weer te zien! Het is echt iets om nooit meer te vergeten.. respect voor deze mannen die hun leven geven voor hun families! Een behoorlijk heftige dag maar we zijn blij dat we het uiteindelijk toch hebben gedaan.
De volgende dag namen we de nachtbus naar Samaipata. We waren gebonden aan die dag want de dagen erna zouden er protesten zijn waardoor de wegen geblokkeerd zouden worden. Dit komt schijnbaar regelmatig voor. We kunnen het protest dit keer wel begrijpen want de overheid wil dat medici en docenten 8 uur in plaats van 6 uur gaan werken, maar voor de extra 2 uur zouden ze niet betaald krijgen. In Samaipata was het heerlijk warm. Het was een klein dorpje in een jungleachtige omgeving. We hebben hier vooral van het weer genoten en zijn naar een opvangplek voor dieren geweest. Bij binnenkomst kwam er direct een aap op Linda af die zijn armen uitstak en opgetild wilde worden. Vervolgens ging hij op haar hoofd zitten. Ook waren er een aantal kleinere aapjes die op Jobs hoofd gingen zitten, in Jobs haar vlooien gingen zoeken of bij Linda op schoot gingen liggen slapen. Vooral de aapjes waren heel erg lief!
Toen we de bus naar Santa Cruz wilden nemen om direct door te gaan naar La Paz hoorden we dat er weer een blokkade was. Na een aantal uren konden we wel een taxi nemen naar Santa Cruz. Onderweg zagen we de resten van de blokkade, vele takken en stenen lagen op de weg. Militairen waren ter plaatse geweest om de blokkades te verwijderen. In Santa Cruz konden we echter niet direct een bus naar La Paz nemen, omdat het daar nog niet opgelost was. Er zat niets anders op dan een paar dagen in Santa Cruz te verblijven. Gelukkig was het lekker weer! Irritant was het wel dat niemand ons iets kon vertellen over de blokkades en wanneer er weer bussen zouden gaan rijden. Santa Cruz is de meest welvarende stad van Bolivia en dat was te merken. Voor het eerst zagen we hier Hummers en waren de traditioneel geklede vrouwen verdwenen. We zijn hier uitgebreid eten geweest in een iets wat sjiek restaurant (wij waren de enige in campingoutfit tussen alle net geklede mensen) waar je voor een vast bedrag zoveel vlees kreeg als je maar wilde. Ze kwamen steeds langs met een grote spies waar ze grote stukken vlees vanaf sneden. Lekker!
Uiteindelijk konden we na 3 dagen de nachtbus naar La Paz nemen. Voor deze 23 uur durende rit was het mogelijk een luxere bus te nemen, voor maar 13 euro! La Paz is een grote, drukke stad. Het is er erg druk met mensen, maar vooral met bussen en auto’s. De mensen rijden hier ook als gekken. Verkeersregels zijn niet belangrijk. Degene die het meest en vaakst toetert krijgt voorrang, zo lijkt het, en rode stoplichten en zebrapaden behoren niet tot de regels . Verder is La Paz een mooie en kleurrijke stad. We hebben een rondje gelopen over de vele markten waar veel kleurrijke kleding te koop is. Ook zijn we naar de ‘heksenmarkt’ geweest, waar echt alles te koop is, zelfs gedroogde lama foetussen, die locals onder hun huis begraven omdat dit geluk zouden brengen.
Op zondag zijn we naar de Cholita wrestling geweest, een typisch Boliviaans uitje. Tussen de locals keken we naar gevechten tussen mannen in worstelkostuums en vrouwen in traditionele kleding. Omdat het worstelen zo fake was, vonden we de show niet zoveel aan, maar het was ontzettend grappig om te zien hoe de locals helemaal in het gevecht opgingen! Kleine kinderen waren verkleed, maar ook oudere mannen en vrouwen moedigden hun favorieten aan!
Als je in La Paz bent dan moet je eigenlijk wel de mountainbiketour doen over de bekende ‘Death road’, de weg van La Paz naar Coroico. Het is de world’s most dangerous road. Deze weg is in 2007 afgesloten voor het gemotoriseerde verkeer omdat de Bolivianen in opstand kwamen en niet meer over deze weg wilden rijden. De weg is namelijk zo smal dat, indien 2 auto’s elkaar passeren, ze ongeveer 5 centimeter ruimte over hebben. Het kwam dan ook vaak voor dat de ene auto op het randje van de afgrond balanceerde, terwijl de inzittenden een afgrond van 600 meter diep in keken. Er vielen gemiddeld 26 voertuigen per jaar over de rand het ravijn in! Er is in 2007 een nieuwe weg aangelegd en de oude weg wordt bijna uitsluitend gebruikt als mountainbikeroute. We besloten om de beste fiets te nemen omdat de fietstocht ook niet helemaal ongevaarlijk is. In 10 jaar tijd zijn er al 20 fietsers naar beneden gestort. Ook komen er nog een aantal auto’s overheen, waarvoor je moet oppassen. Helaas begon de tocht wat minder omdat onze touragency alleen simpelere mountainbikes mee de berg op had genomen. Uiteindelijk waren deze mountainbikes ook prima. De tocht zelf was geweldig: 4 uur lang bergafwaarts over de smalste paden racen (64 km)! Helemaal comfortabel was het niet altijd want je moest je volle concentratie erbij houden om de gaten en keien te ontwijken. Daarnaast was het ook ontzettend hobbelig en kwam je af en toe een watervalletje tegen waardoor het wat glibberig werd, maar het was een super ervaring en het uitzicht was ontzettend mooi! Onderweg werden we regelmatig herinnerd aan het feit dat er bussen en fietsers 600 meter naar beneden gestort zijn, omdat er vele kruizen naast de weg staan.
De volgende dag namen we een vlucht in een heel klein vliegtuigje (18 persoons) naar Rurrenabaque voor een pampastour, een soort jungletour maar dan door een moerasachtig gebied wat alleen met kleine bootjes te bereiken is. De vlucht was mooi, je keek over de jungle uit en we vlogen dicht langs een besneeuwde berg af waardoor we vanuit het raampje zelfs de sneeuw van de berg af konden zien waaien. In Rurrenabaque vertrokken we met 2 Zweedse meiden en 2 Israëlische jongens in een jeep richting de pampas. De jeeptocht zou 2,5 uur duren maar duurde uiteindelijk 5 uur. Na een kwartier stonden we al met stukken en dit duurde uiteindelijk 2 uur. We hebben ons goed vermaakt met het Israëlische kaartspel ‘Janiv’. Toen het probleem eindelijk verholpen was, kwam het volgende opstakel. Door de hevige regenval was zo’n 200 meter omgetoverd in een modderbad en stonden er wel 30 trucks, bussen en jeeps vast. De trucks en bussen hadden het al opgegeven want dat ging niet lukken vandaag. Ook andere jeeps die tegelijkertijd met ons uit Rurrenabaque waren vertrokken stonden daar nog vast en probeerden uit de modder te komen. Wij konden er echter redelijk goed door, maar hadden toch de pech dat we uit de jeep moesten om de jeep te duwen en stukken door de modder moesten lopen.
Na de rit vaarden we in een smal, lang bootje door het moeras naar onze overnachtingsplek. Na het diner vertrokken we in de bootjes om alligators en kaaimannen te spotten. Het was pikdonker en we gebruikten onze zaklampen om de ogen van de alligators en kaaimannen te vinden. Het was mooi om te zien. Ook vond onze gids een baby alligator en deze hebben we van dichtbij kunnen bekijken. De volgende ochtend gingen we op zoek naar Anacondas en andere slangen. Uiteindelijk hebben we een Anaconda en een Python gevonden. Verder hebben we ook andere dieren gezien, zoals allerlei soorten apen, vogels en capibara’s (een soort grote cavia’s). ’s Middags gingen we piranha vissen. We kregen een houten plankje met visdraad en een haak eraan en moesten daar vlees aan hangen. Het vissen bleek toch moeilijker dan gedacht want alleen de gids had er een paar gevangen! Bij het diner aten we de piranha’s op. De volgende ochtend hoefden we eigenlijk niet naar dieren op zoek te gaan want er zaten vele apen bij de overnachtingsplek en er lag een grote (3 meter) en een kleine alligator in het water. We gingen nog één keer met de bootjes het water op. We zagen een lazy monkey in een boom zitten. Dit is een aap die zijn naam eer aan doet, hij beweegt zich ontzettend sloom voort! Verder zagen we nog verschillende soorten kleine en zeer grote vogels. Als afsluiting van de pampastour gingen we met roze dolfijnen zwemmen. Het zijn wilde doflijnen maar ze zijn gewend dat er mensen in het water gaan. Ze komen daarom naar je toe en bijten speels in je voeten. In het begin nog zachtjes maar ze konden toch aardig hard bijten! Ook werd Linda een aantal keer door de dolfijnen naar boven geduwd. Overigens waren we een van de weinigen die het water in gingen, omdat er natuurlijk ook piranha’s en slangen in de buurt konden zijn!
We besloten naar La Paz terug te vliegen omdat de busrit nogal angstaanjagend is. Gedeelten van de nieuwe weg hebben veel weg van de Death Road en na gehoord te hebben dat ook op deze weg vorig jaar 3 en dit jaar 1 bus naar beneden zijn gestort, wilde Linda dit liever niet riskeren.
We zullen nog maar een aantal dagen in Bolivia blijven want we zijn weer toe aan een nieuw land: Peru!
Liefs van ons!
P.S. Geniet van de zon in Nederland.. eindelijk!
De volgende dag hebben we de bus terug naar Potosi gepakt. Het bezoek aan Pososi heeft ons heel erg aangegrepen. Tijdens de busrit kwam er een enorme scheetlucht voorbij en achter ons hoorden we een Boliviaan zeggen dat de ‘gringo’ het waarschijnlijk was geweest (Job dus) en de rest van de Boliviaantjes lachten maar. Omdat de bus er 4,5 in plaats van 3 uur over deed, kwamen we te laat aan in Potosi voor de tour, maar we werden met een taxi nagebracht naar een huisje waar we ons aansloten bij de groep en we een nieuwe outfit kregen. Eerst gingen we naar een markt aan de voet van de berg waar we een fles frisdank en cocabladeren kochten, wat we later aan de mijnwerkers hebben geven. In de mijnen gebruiken ze dynamiet om bij de mineralen te komen en ook wij konden een staaf dynamiet op de markt kopen voor nog geen 2,50 euro. Voordat we naar de mijnen gingen moesten wij een paar druppels 96% alcohol op de grond druppelen en er daarna een slok van nemen omdat ons dit geluk zou brengen. Dit drinken de mijnwerkers vaak tijdens het werk. Vervolgens gingen we naar een verwerkingsfabriek voor de mineralen. Hier deelden we onze eerste flessen frisdrank en cocabladeren uit aan de mijnwerkers. Ook pakten we zelf wat cocabladeren voor de hoogte. Eenmaal bij de ingang van de mijn aangekomen vond Linda het nog steeds best wel spannend. Je gaat toch onder de grond en je weet dat er mensen aan het werk zijn. Je moet de hele tijd gebukt lopen, door smalle doorgangen, door klei, in het donker, het is er best wel benauwd en er hangt een geur die op je keel slaat. We hebben ook een aantal explosies gehoord en gevoeld. De werkomstandigheden van de mijnwerkers zijn werkelijk ongelofelijk. Vreselijk om te horen en nog erger om te zien. De stoffen die gebruikt worden zijn zo ongezond dat als iemand begint te werken in de mijn en er blijft werken, hij nog maximaal 15 jaar te leven heeft. Na een lange tijd werken in de mijnen krijgen de mijnwerkers rode ogen, tanden beginnen uit te vallen en mijnwerkers gaan bloed spugen, waarna ze uiteindelijk sterven aan een soort van longkanker. Helemaal verschrikkelijk om te bedenken dat er heel veel kinderen in de mijn werken. Vaak zijn het weeskinderen die voor zichzelf moeten zorgen of kinderen die hun vader hebben verloren en het geld binnen moeten halen. Het is erg zwaar werk en er gebeuren regelmatig ongelukken. In de mijnen hebben we een aantal mijnwerkers zien werken en met een aantal van hen hebben we gesproken. Het was erg om mijnwerkers te zien met rode ogen en enkelen die tanden misten. De meeste mijnwerkers hadden ook een grote bol cocabladeren in hun mond zodat ze meer energie hebben. De mijnwerkers zijn echter trots op hun baan. Op het einde stopten we bij een levensgroot beeld van de duivel. De mijnwerkers noemen hem de ‘Tio’. Ze geloven dat de ondergrondse gangen van de Duivel zijn en dat ze hem tevreden moeten houden omdat hij voor ongelukken zorgt. Ze brengen hem daarom offers: cocabladeren, sigaretten en alcohol. In totaal hebben we 2 uur lang in de mijn gelopen en zijn we 4 levels diep gegaan en we moeten eerlijk zeggen dat we blij waren om het daglicht weer te zien! Het is echt iets om nooit meer te vergeten.. respect voor deze mannen die hun leven geven voor hun families! Een behoorlijk heftige dag maar we zijn blij dat we het uiteindelijk toch hebben gedaan.
De volgende dag namen we de nachtbus naar Samaipata. We waren gebonden aan die dag want de dagen erna zouden er protesten zijn waardoor de wegen geblokkeerd zouden worden. Dit komt schijnbaar regelmatig voor. We kunnen het protest dit keer wel begrijpen want de overheid wil dat medici en docenten 8 uur in plaats van 6 uur gaan werken, maar voor de extra 2 uur zouden ze niet betaald krijgen. In Samaipata was het heerlijk warm. Het was een klein dorpje in een jungleachtige omgeving. We hebben hier vooral van het weer genoten en zijn naar een opvangplek voor dieren geweest. Bij binnenkomst kwam er direct een aap op Linda af die zijn armen uitstak en opgetild wilde worden. Vervolgens ging hij op haar hoofd zitten. Ook waren er een aantal kleinere aapjes die op Jobs hoofd gingen zitten, in Jobs haar vlooien gingen zoeken of bij Linda op schoot gingen liggen slapen. Vooral de aapjes waren heel erg lief!
Toen we de bus naar Santa Cruz wilden nemen om direct door te gaan naar La Paz hoorden we dat er weer een blokkade was. Na een aantal uren konden we wel een taxi nemen naar Santa Cruz. Onderweg zagen we de resten van de blokkade, vele takken en stenen lagen op de weg. Militairen waren ter plaatse geweest om de blokkades te verwijderen. In Santa Cruz konden we echter niet direct een bus naar La Paz nemen, omdat het daar nog niet opgelost was. Er zat niets anders op dan een paar dagen in Santa Cruz te verblijven. Gelukkig was het lekker weer! Irritant was het wel dat niemand ons iets kon vertellen over de blokkades en wanneer er weer bussen zouden gaan rijden. Santa Cruz is de meest welvarende stad van Bolivia en dat was te merken. Voor het eerst zagen we hier Hummers en waren de traditioneel geklede vrouwen verdwenen. We zijn hier uitgebreid eten geweest in een iets wat sjiek restaurant (wij waren de enige in campingoutfit tussen alle net geklede mensen) waar je voor een vast bedrag zoveel vlees kreeg als je maar wilde. Ze kwamen steeds langs met een grote spies waar ze grote stukken vlees vanaf sneden. Lekker!
Uiteindelijk konden we na 3 dagen de nachtbus naar La Paz nemen. Voor deze 23 uur durende rit was het mogelijk een luxere bus te nemen, voor maar 13 euro! La Paz is een grote, drukke stad. Het is er erg druk met mensen, maar vooral met bussen en auto’s. De mensen rijden hier ook als gekken. Verkeersregels zijn niet belangrijk. Degene die het meest en vaakst toetert krijgt voorrang, zo lijkt het, en rode stoplichten en zebrapaden behoren niet tot de regels . Verder is La Paz een mooie en kleurrijke stad. We hebben een rondje gelopen over de vele markten waar veel kleurrijke kleding te koop is. Ook zijn we naar de ‘heksenmarkt’ geweest, waar echt alles te koop is, zelfs gedroogde lama foetussen, die locals onder hun huis begraven omdat dit geluk zouden brengen.
Op zondag zijn we naar de Cholita wrestling geweest, een typisch Boliviaans uitje. Tussen de locals keken we naar gevechten tussen mannen in worstelkostuums en vrouwen in traditionele kleding. Omdat het worstelen zo fake was, vonden we de show niet zoveel aan, maar het was ontzettend grappig om te zien hoe de locals helemaal in het gevecht opgingen! Kleine kinderen waren verkleed, maar ook oudere mannen en vrouwen moedigden hun favorieten aan!
Als je in La Paz bent dan moet je eigenlijk wel de mountainbiketour doen over de bekende ‘Death road’, de weg van La Paz naar Coroico. Het is de world’s most dangerous road. Deze weg is in 2007 afgesloten voor het gemotoriseerde verkeer omdat de Bolivianen in opstand kwamen en niet meer over deze weg wilden rijden. De weg is namelijk zo smal dat, indien 2 auto’s elkaar passeren, ze ongeveer 5 centimeter ruimte over hebben. Het kwam dan ook vaak voor dat de ene auto op het randje van de afgrond balanceerde, terwijl de inzittenden een afgrond van 600 meter diep in keken. Er vielen gemiddeld 26 voertuigen per jaar over de rand het ravijn in! Er is in 2007 een nieuwe weg aangelegd en de oude weg wordt bijna uitsluitend gebruikt als mountainbikeroute. We besloten om de beste fiets te nemen omdat de fietstocht ook niet helemaal ongevaarlijk is. In 10 jaar tijd zijn er al 20 fietsers naar beneden gestort. Ook komen er nog een aantal auto’s overheen, waarvoor je moet oppassen. Helaas begon de tocht wat minder omdat onze touragency alleen simpelere mountainbikes mee de berg op had genomen. Uiteindelijk waren deze mountainbikes ook prima. De tocht zelf was geweldig: 4 uur lang bergafwaarts over de smalste paden racen (64 km)! Helemaal comfortabel was het niet altijd want je moest je volle concentratie erbij houden om de gaten en keien te ontwijken. Daarnaast was het ook ontzettend hobbelig en kwam je af en toe een watervalletje tegen waardoor het wat glibberig werd, maar het was een super ervaring en het uitzicht was ontzettend mooi! Onderweg werden we regelmatig herinnerd aan het feit dat er bussen en fietsers 600 meter naar beneden gestort zijn, omdat er vele kruizen naast de weg staan.
De volgende dag namen we een vlucht in een heel klein vliegtuigje (18 persoons) naar Rurrenabaque voor een pampastour, een soort jungletour maar dan door een moerasachtig gebied wat alleen met kleine bootjes te bereiken is. De vlucht was mooi, je keek over de jungle uit en we vlogen dicht langs een besneeuwde berg af waardoor we vanuit het raampje zelfs de sneeuw van de berg af konden zien waaien. In Rurrenabaque vertrokken we met 2 Zweedse meiden en 2 Israëlische jongens in een jeep richting de pampas. De jeeptocht zou 2,5 uur duren maar duurde uiteindelijk 5 uur. Na een kwartier stonden we al met stukken en dit duurde uiteindelijk 2 uur. We hebben ons goed vermaakt met het Israëlische kaartspel ‘Janiv’. Toen het probleem eindelijk verholpen was, kwam het volgende opstakel. Door de hevige regenval was zo’n 200 meter omgetoverd in een modderbad en stonden er wel 30 trucks, bussen en jeeps vast. De trucks en bussen hadden het al opgegeven want dat ging niet lukken vandaag. Ook andere jeeps die tegelijkertijd met ons uit Rurrenabaque waren vertrokken stonden daar nog vast en probeerden uit de modder te komen. Wij konden er echter redelijk goed door, maar hadden toch de pech dat we uit de jeep moesten om de jeep te duwen en stukken door de modder moesten lopen.
Na de rit vaarden we in een smal, lang bootje door het moeras naar onze overnachtingsplek. Na het diner vertrokken we in de bootjes om alligators en kaaimannen te spotten. Het was pikdonker en we gebruikten onze zaklampen om de ogen van de alligators en kaaimannen te vinden. Het was mooi om te zien. Ook vond onze gids een baby alligator en deze hebben we van dichtbij kunnen bekijken. De volgende ochtend gingen we op zoek naar Anacondas en andere slangen. Uiteindelijk hebben we een Anaconda en een Python gevonden. Verder hebben we ook andere dieren gezien, zoals allerlei soorten apen, vogels en capibara’s (een soort grote cavia’s). ’s Middags gingen we piranha vissen. We kregen een houten plankje met visdraad en een haak eraan en moesten daar vlees aan hangen. Het vissen bleek toch moeilijker dan gedacht want alleen de gids had er een paar gevangen! Bij het diner aten we de piranha’s op. De volgende ochtend hoefden we eigenlijk niet naar dieren op zoek te gaan want er zaten vele apen bij de overnachtingsplek en er lag een grote (3 meter) en een kleine alligator in het water. We gingen nog één keer met de bootjes het water op. We zagen een lazy monkey in een boom zitten. Dit is een aap die zijn naam eer aan doet, hij beweegt zich ontzettend sloom voort! Verder zagen we nog verschillende soorten kleine en zeer grote vogels. Als afsluiting van de pampastour gingen we met roze dolfijnen zwemmen. Het zijn wilde doflijnen maar ze zijn gewend dat er mensen in het water gaan. Ze komen daarom naar je toe en bijten speels in je voeten. In het begin nog zachtjes maar ze konden toch aardig hard bijten! Ook werd Linda een aantal keer door de dolfijnen naar boven geduwd. Overigens waren we een van de weinigen die het water in gingen, omdat er natuurlijk ook piranha’s en slangen in de buurt konden zijn!
We besloten naar La Paz terug te vliegen omdat de busrit nogal angstaanjagend is. Gedeelten van de nieuwe weg hebben veel weg van de Death Road en na gehoord te hebben dat ook op deze weg vorig jaar 3 en dit jaar 1 bus naar beneden zijn gestort, wilde Linda dit liever niet riskeren.
We zullen nog maar een aantal dagen in Bolivia blijven want we zijn weer toe aan een nieuw land: Peru!
Liefs van ons!
P.S. Geniet van de zon in Nederland.. eindelijk!
-
22 Mei 2012 - 06:57
Albert En Riny:
Goeie morgen lieve schatten,
Nog vlug effe jullie reisverslag gelezen voordat we gaan vliegen maar dat wisten jullie al.
Weer veel indrukwekkende dingen meegemaakt vooral de mijnen, ik kan we voorstellen
dat het iets met je doet als je dat ziet, maar tegelijkertijd realiseer je je ook
denk ik, hoe goed wij het hier dan hebben.
Mooi ook de foto's, Linda was zeker helemaal in haar nopjes met al die dieren?
Geniet verder!
-
22 Mei 2012 - 12:52
Karlijn:
He Globetrotters!
Wat 'n verhalen weer joh! Super leuk om 't allemaal te lezen, en de bijbehorende foto's te zien.. :)
Snap goed dat het werk in de mijnen je aangrijpen, dat kom je natuurlijk ook tegen op jullie reis..
Maar gelukkig ook heel veel vette mooie dingen!
Geniet ervan daar! Gaan wij ook EINDELIJK van de zon genieten hier! :)..
xx Karlijn -
22 Mei 2012 - 14:42
Janneke:
He job, als die bolivianen je nog eens van zoiets beschuldigen moet je gewoon zeggen: tira una vez a mi dedo....
Mooie verhalen hoor! Zijn jullie in peru ook wat meer in de lucht (skype)?
X -
22 Mei 2012 - 20:13
Jan En Annie:
Het is inderdaad erg om mee te maken, hoe mensen onder bepaalde omstandigheden moeten leven.
Zal Linda kennende wel erg aangetrokken hebben. En ook de ruimtes in die mijnen zijn erg krap best wel eng.
Die aapjes zijn erg lief om te zien,mooie foto's en verhaal.jammer dat we de dolfijn niet goed kunnen zien, maar daar zullen nog wel meer foto's van zijn?
Gelukkig wist ik niet van tevoren dat jullie die Death road zouden doen met een mountainbike, daar had ik echt erg mee in mijn maag gezeten, en jullie daarvan willen af houden.
Gelukkig lees en had ik het achteraf gehoord.
Wens ook Albert en Riny een fijne vakantie toe, en komen zeker na de vakantie op de koffie.
Voor jullie saampjes nog een fijn vakantie en geniet wat op jullie pad komt.
Liefs ons xxx -
26 Mei 2012 - 09:35
Els En Bas:
Heyyy wereldreizigers! Weer een top verhaal met prachtige foto's. Wat is Bolivia toch veelzijdig. Ben blij dat jullie je fiets recht hebben kunnen houden op dead road. Veel plezier in Peru! -
04 Juni 2012 - 09:29
Adri Van Lokven:
Dag Job en LInda lekker aan het reizen lees ik. Ook jij Job gefeliciteerd met de promotie van het 1e elftal, waaraan jij ook een belangrijke bijdrage hebt geleverd. Geniet nog een paar maanden en tot ziens in augustus -
07 Juni 2012 - 12:31
Martine:
Ha Job en Linda!
Wat een verhalen en foto's op deze site joh! Ziet er allemaal super indrukwekkend uit! Jullie maken er een topreis van zo te zien! Ik wens jullie nog heel veel goeds voor de rest van de trip! Genieten van al die mooie plekjes op de wereld! En ik hou het hier natuurlijk in de gaten wat jullie meemaken :)
Liefs xx Martine -
08 Juni 2012 - 20:40
Tante Ineke:
Job en Linda, wat is het weer een fantastisch verhaal, jullie maken zoveel mee, daar kun je een leven lang op teren. geniet van de komende tijd, en laat ons maar weer meegenieten. dikke kus; tante Ineke. -
09 Juni 2012 - 20:21
Hans En Marga:
wat een reis, telkens weer een mooie beschrijving van jullie indrukken en (spannende) belevenissen; de prachtige foto's/ filmpjes. ook voor ons is het (mee)genieten!
veel plezier in jullie volgend te bezoeken land
heel veel groeten van ons allemaal. -
11 Juni 2012 - 06:51
Rob:
Haa job en linda
Hoe gaat het met jullie daar? ook alles naar wens neem ik aan met die vette reis van jullie. de verslagen zijn iig altijd wel intressant en de foto's nog mooier. vet filmpje wat je gemaakt hebt voor pr irene haha. have fun nog
groeten
Reageer op dit reisverslag
Je kunt nu ook Smileys gebruiken. Via de toolbar, toetsenbord of door eerst : te typen en dan een woord bijvoorbeeld :smiley